Vereniging
Bloemenvereniging Flora is een vereniging voor mensen die plezier beleven aan het kweken van dahlia's. Flora is een vereniging van 26 amateur dahlia kwekers. Op de verenigingstuin aan de Heerseweg 100 te Veldhoven staan in het seizoen (juli tot oktober) ongeveer 4000 dahlia planten, van zo'n 150 a 200 verschillende variëteiten, te bloeien. Met enige trots beweren wij de mooiste Dahliatuin van de Benelux te hebben. Voor een bezoek aan de tuin kunt u contact opnemen via wilmabazelmans@onsbrabantnet.nl
Op de tuin heeft ieder lid minimaal 1 dahliabed. (+ 70 planten) Naast het verzorgen van hun planten besteden de leden van Flora ook tijd aan het gezamenlijk onderhoud van tuin en tuinhuis en het maken van de diverse versieringen.
De bloemen worden gebruikt voor wedstrijden en andere activiteiten. Veruit de meeste bloemen verlaten de tuin in de handen van onze donateurs.
Leden gezocht!
Onze vereniging kan nog enkele actieve leden gebruiken. Misschien is door deze site uw interesse gewekt en zoekt u nog een leuke zinvolle vrijetijds besteding? Voor meer informatie kom langs op de tuin of mail naar wilmabazelmans@onsbrabantnet.nl
Donateurs
Bloemenvereniging Flora dankt haar bestaan aan, en kan haar activiteiten alleen organiseren, dankzij de financiële ondersteuning van haar donateurs. Donateurs steunen Flora met een vrijwillige bijdrage. Elk jaar wordt in mei de donateursactie gehouden en krijgen donateurs de gelegenheid om weer een kaart voor het komende seizoen te kopen.
Overzicht van een Flora seizoen
Hoewel het seizoen feitelijk eind april start met het bewerken van de grond en het uitzetten van de rijen zijn de leden van Flora in de eerste maanden van het jaar bezig met het uitzoeken en bestellen van nieuwe stekplanten en/of het zelf stekken van planten van de knollen van het vorige seizoen.
Nadat de ijsheiligen, half mei, het land verlaten hebben, zetten de leden hun stekplanten en knollen in de grond. De belangrijkste bezigheid voor de komende 2 á 3 weken is het onkruid vrij houden van de rijen. In de tweede helft van juni moeten de toppen uit de planten, zodat deze uit kunnen groeien tot heuse planten.
In juli zijn de planten zodanig gegroeid dat ze opgebonden en gediefd moeten worden. Dieven betekent het wegnemen van zijtakjes uit de bladoksels van de bloemsteel en heeft tot doel de bloem tot volle rijpheid te laten komen. Hierbij dienen alle dieven tot aan of t/m het vierde bladpaar, gezien vanaf de hoofdknop, te worden verwijderd.
Ook in juli komen de eerste kleuren op de tuin, de eerste bloemknoppen gaan open.
Het is niet voor niets dat we de maand augustus in de land- en tuinbouw de oogstmaand noemen. Ook de dahlia’s komen in augustus geheel in bloei. De maanden augustus en september zijn dan ook het hoogtepunt van het seizoen. Ook voor de leden betekenen deze maanden topdrukte. Naast het verzorgen van de planten en de grond, zijn ze bezig met het snijden van boeketten voor donateurs op zaterdagmorgen, het maken van de diverse versieringen voor jubilea, het organiseren van de eigen tentoonstelling en het deelnemen aan de tentoonstelling van de zustervereniging Groen en Keurig uit Oerle en het deelnemen aan de onderlinge clubwedstrijden op donderdagavond, de zogenaamde tafelkeuringen. Hieruit komt de jaarlijkse clubkampioen!
Hoewel door de minder felle zon de kleuren van de dahlia’s in oktober het mooist zijn, loopt de kwaliteit van de bloemen door de lagere temperaturen en de langere nachten in deze tijd aanzienlijk terug. Het snijden van bloemen voor donateurs gaat over het algemeen door tot de eerste nachtvorst de tuin zwart kleurt.
Het seizoen eindigt eind oktober/begin november met het rooien van de knollen en het winterklaar maken van de grond. Dit houdt in het bemesten van de grond en het inwerken van deze bemesting d.m.v. frezen of ploegen. De bemesting die we gebruiken is afhankelijk van een driejaarlijks grondonderzoek. Met de financiële bijdrage van de Rabo ClubSupport kunnen we bemesting gebruiken, die gebaseerd is op biologische basis. Hierdoor is gebruik van kunstmest niet nodig.
De leden bewaren de knollen op diverse manieren, maar in ieder geval vorstvrij. Om ze in het volgende seizoen weer te gebruiken voor te stekken of als plantmateriaal.